Mark Wegh van Porsche Centrum Gelderland staat bekend om zijn indrukwekkende collectie Porsches, maar ook fabrieksnieuwe Volkswagens en Audi’s weten hem te verleiden. Toen duidelijk werd dat Audi Brussels de deuren zou sluiten, greep hij zijn kans. Hij wist een reeks haast onaangeroerde modellen uit de fabriek te bemachtigen – auto’s met amper kilometers op de teller, in de weken vóór het doek definitief viel. Wat ooit intern werd bewaard als stil erfgoed, belandde zo in Gelderse handen.
Tekst Rein de Ruiter
Wie ‘Brussel’ zegt, denkt aan Manneken Pis, de Europese Commissie en frieten met mayonaise. Maar petrolheads weten beter: aan de rand van de stad werd ruim 75 jaar autogeschiedenis geschreven. Hier, in Vorst, rolde sinds 1949 van alles op wielen de poorten uit. Studebakers bijvoorbeeld, die de Belgische importeur D’Ieteren hier nog eigenhandig assembleerde. Daarna volgde de Kever, die vanaf 1954 tot 1975 in duizenden tegelijk werd geproduceerd. Later volgden de Golf, Passat en Polo, maar ook modellen van SEAT, de Porsche 356 (ja, echt), de Audi A1 en A3 en de Volkswagen Iltis – die robuuste terreinwagen van VW die uiteindelijk de basis vormde voor de legendarische Audi Quattro.
Premium
In 1970 ging de fabriek over van D’Ieteren naar Volkswagen en in 2007 nam Audi AG het roer over. De fabriek werd omgedoopt tot Audi Brussels en kreeg een nieuwe missie: premium en – vooruit – elektrisch. Eerst rolden er nog ‘gewone’ modellen van de band, maar vanaf 2018 stond alles in het teken van de e-tron, Audi’s eerste volledig elektrische SUV. De fabriek kreeg zelfs een eigen batterijassemblage en werd CO?-neutraal. Brussel werd ineens ‘Center of Excellence’. Klinkt duur - was het ook.
Want eind 2024 pakten donderwolken zich boven Vorst samen: Audi kondigde aan de tent te sluiten. Geen e-trons meer, geen toekomstplannen, geen doorstart. Drieduizend medewerkers kunnen hun overall aan de wilgen hangen. De vraag naar de Q8 e-tron kelderde sneller dan een volgeladen accupakket in winterweer. Ze waren te duur om te maken en werden te weinig besteld. Pogingen om de fabriek een nieuwe toekomst te geven – met Chinese investeerders als Nio – strandden stuk voor stuk. Brussel verliest zijn enige autofabriek.
.jpg)
Verzameling
Mark Wegh kreeg lucht van een bijzonder geheim: Audi Brussels had van elk model dat sinds 1975 van de band was gerold het allerlaatste exemplaar bewaard – keurig opgeborgen in een stoffige loods op het fabrieksterrein. Hij kwam, zag en kocht de hele verzameling van 32 stuks. De variatie is indrukwekkend. Denk aan de allerlaatste Volkswagen 1303 ‘made in Brussels’ uit 1975, met slechts 23 kilometer op de teller. Ook de Golf is goed vertegenwoordigd, met laatste exemplaren van generatie I tot en met V. Daaronder een zeldzame Golf II Rallye G60 met amper 55 kilometer. En dan zijn er nog de Passats, in alle smaken: van een oerdegelijke Neusbeer tot een dikke GLX VR6.
Ook maagdelijke Audi’s maken deel uit van de collectie, zoals een A1 quattro ‘Gekko’ in Glacier Weiss Metallic met 304 kilometer. “De voorwaarde was dat ik alles in één keer kocht en niet aan cherrypicking deed,” vertelt Wegh. En dus werden ook minder begeerlijke modellen als een SEAT Toledo V5 (31 km) en een VW Lupo 1.4 TDI (262 km) begin juli door autotransporteur Koopman opgeladen. Wegh: “Ik heb zelf weinig met die auto’s, maar probeer er maar eens eentje te vinden in deze staat.”
Mark Wegh gaat de auto’s deels opnemen in zijn verzameling, waaronder de splinternieuwe Iltis die hij nog niet had. Het restant wordt binnenkort geveild door The Collectables, het online veilinghuis dat eveneens onderdeel is van het imperium van Wegh.